VOL1
Omhoog

Vakondersteunend leren (VOL 1)
 
In dit artikel onderzoekt John Daniëls de mogelijkheden om anderstalige bronnen in te zetten bij vakken als geschiedenis en aardrijkskunde. Als talendocenten op deze manier met hun collega's van andere vakken kunnen samenwerken, dan ontstaat een vorm van vakondersteunend leren


Nu documenten uit de hele wereld via het internet beschikbaar zijn, kunnen deze in een andere taal dan die van de leerlingen heel goed als lesmateriaal bij andere vakken zoals bij aardrijkskunde en geschiedenis worden ingezet. In de digitale vaklokalen aardrijkskunde, geschiedenis en op de websites van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap en de Vereniging van Geschiedenisdocenten Nederland vind je grotendeels internetbronnen in de moedertaal. Want de leerlingen die voor hun examen geschiedenis iets moeten leren,  bijvoorbeeld over Napoleon, zullen van hun docent geschiedenis geen Franstalige bronnen hoeven te raadplegen, omdat niet alle leerlingen Frans in hun pakket hebben. Als docenten zaakvakken eerst bepalen wat hun leerlingen van een buitenlands onderwerp moeten weten en vervolgens aan de talendocenten vragen om met hun leerlingen de daarbij horende internetbronnen te zoeken en te lezen, dan ontstaat een vorm van vakondersteunend leren.

Vicieuze cirkel
Leerlingen raadplegen geen anderstalige bronnen, die ze niet of met grote moeite kunnen lezen.
Daarom kunnen docenten van niet-talenvakken ze daar ook niet toe verplichten. Talendocenten zullen hun leerlingen niet confronteren met internetteksten voor aardrijkskunde of geschiedenis in de doeltaal, als daar geen aanleiding voor is. Zo opereren de schoolvakken gescheiden van elkaar met elk hun doelstellingen en eindtermen. Dit is een moeilijk te doorbreken vicieuze cirkel.
Hoe gescheiden de schoolvakken van elkaar opereren, is duidelijk te zien aan de hand van het volgende voorbeeld: in de twee digitale vaklokalen geschiedenis en ook bij Histoforum ontbreekt elke verwijzing naar
LeMO dat staat voor: Lebendiges virtuelles Museum Online (http://www.dhm.de/lemo/html/weimar/index.html). De verwijzing daarnaar met uitleg staat wel in het vaklokaal Duits van de Digitale school (http://www.duits.de/), want dat heeft bij de links een aparte rubriek voor geschiedenis. Daar staat ook wat de bezoeker er kan vinden:’LeMO ist ein gemeinsames Projekt des Deutschen Historischen Museums (DHM), und des Haus der Geschichte der Bundesrepublik Deutschland (HdG)'.
Je vindt er de Duitse geschiedenis van 1871 tot heden, verdeeld in perioden met uiteraard de Weimarer Republik.
De webmaster van het vaklokaal Duits heeft de koppeling naar LeMO terecht wel geplaatst, want het museum is rijk voorzien van teksten, afbeeldingen uit alle besproken perioden en heeft allerlei audio- en videobestanden. Duits kun je er dus zeker leren.
Maar de Vereniging van Geschiedenisdocenten Nederland, noch het vaklokaal van de Digitale School leggen een link naar deze fantastische bron voor het geschiedenisonderwijs.  Dit zal waarschijnlijk wel te wijten zijn aan het feit dat er geen Engelse versie beschikbaar is en dat de leerlingen nu eenmaal niet gemotiveerd zijn kennis te vergaren over een belangrijke periode uit de Europese geschiedenis in een taal die ze niet of niet voldoende beheersen.
Om daar verandering in te brengen, moeten talen- en niet talendocenten bereid zijn iets verder te kijken dan het eigen vaklokaal. En ook hun leerlingen moeten af van de angst of onwil om vreemdtalige internetbronnen te raadplegen voor een ander vak dan die van de betreffende taal. Dat kan alleen als duidelijk wordt waar die bronnen zijn te vinden en wat de inhoud ervan is. Om dat uit te zoeken, ben ik begonnen bij het eerder genoemde Histoforum.

Histoforum
Ik trof de koppeling naar Histoforum aan in het vaklokaal geschiedenis van de Digitale school (
www.digischool.nl/gs/). Histoforum is ontwikkeld door geschiedenisdocent Albert van der Kaap. Hij is leerplanontwikkelaar/projectleider bij slo in Enschede. Daar werkt hij mee aan het project samenhang in de profielen. Voor de profielen C&M, E&M en de natuurprofielen onderzoekt hij mede de mogelijkheden van één profielprogramma, gegeven de huidige niet op elkaar afgestemde programma’s van de diverse vakken.

 

Histoforum biedt een overzicht van links, geordend op periode, land, onderwerp, persoon en alfabet. Daarnaast zijn er speciale rubrieken. 
Om te kijken of de website toch koppelt tussen geschiedenis en Duits, ging ik op zoek naar de Weimar Republiek. Daarvoor kies je eerst Duitsland, als periode de 19e eeuw en daarvan de Weimar Republiek. Ik tref vijf websites met Weimar in de titel. Drie daarvan zijn Engelstalig. Dat betekent niet dat ze niet deugen, zoals de website http://www.historylearningsite.co.uk/hyperinf.htm met een artikel over de hyperinflatie en de werkloosheid die vanaf september 1928 van 650.000 opliep naar 6.100.000 in januari 1933. De inhoud van deze website is dus zeker vakondersteunend interessant voor de lessen economie en Engels.
Histoforum levert ook een
Tijdbalk 1918-1933, een geheel Duitstalig overzicht van gebeurtenissen, verdeeld in de verschillende perioden tussen 1918 en 1933. Dit document hoort zeker thuis in vakondersteunend leren Duits en geschiedenis.
Verder lijkt me geschikt Wahlen in der Weimarer Republik. Je vindt er in het Duits alle verkiezingsuitslagen tussen 1919 en 1933. Het is interessant om te zien hoe snel de NSDAP een overgrote meerderheid verwerft in het parlement, maar ook in het bestuur van de verschillende Länder.
Dat is natuurlijk een magere oogst als je bedenkt hoe belangrijk deze periode is voor de ontwikkelingen in de wereld. Ik heb daarom Albert van der Kaap van Histoforum om commentaar gevraagd over mijn idee om leerlingen teksten uit belangrijke historische perioden met hulp van een talendocent te laten bestuderen. In zijn antwoord meldt hij dat het heel goed mogelijk is om geschiedenis te onderwijzen in samenhang met één of meer moderne vreemde talen. Er bestaat hier en daar al samenwerking, meestal in de vorm van projecten. Hij schrijft: ‘
het lesmateriaal Sparta en Athene (http://histoforum.digischool.nl/athene/ ) bestemd voor de brugklas, bestaat voor een deel uit Engelstalige bronnen. Omdat dit bronnenmateriaal afkomstig is van een Engelstalige site bestemd voor het basisonderwijs, denk ik dat het geschikt is/zou kunnen zijn voor onze brugklassen havo/vwo. Om dat te testen zou het gebruikt moeten worden tijdens een project geschiedenis-Engels, maar voor zover ik weet is dat nog niet gebeurd. Een andere opdracht waarvan het bronnenmateriaal Engelstalig is, is een praktische opdracht over de Koude Oorlog (http://www.digischool.nl/gs/community/histoforum/koudeoorlog/ ). In diverse webquests op Histoforum (http://www.digischool.nl/gs/community/histoforum/lesmateriaal.htm ) wordt verwezen naar Engelstalige bronnen. Van bijvoorbeeld de webquest over Egypte (http://www.digischool.nl/gs/community/nijl/), de Olympische Spelen in de Oudheid (http://www.digischool.nl/gs/community/histoforum/os/os.htm) en Democratie in het oude Athene (http://www.digischool.nl/gs/community/democratie/) weet ik dat dit materiaal geregeld wordt gebruikt. Ik weet niet of hierbij ook de Engelstalige bronnen worden geraadpleegd. Mogelijk is bijvoorbeeld ook een serie op video opgenomen colleges van Eugen Weber: (http://www.learner.org/resources/series58.html?pop=yes&vodid=339834&pid=843) die in de bovenbouw van het vwo bruikbaar zijn. Ook Franstalige filmpjes over bijvoorbeeld Vercingetorix (uit een serie voor de onderbouw) lijken geschikt als lesmateriaal. Deze op zich aardig gemaakte serie, met mooi gesproken Frans, maakt evenwel ook een probleem duidelijk: eigenlijk sluit geen enkel filmpje goed aan bij onderwerpen die bij geschiedenis worden behandeld. Een gemiste kans.  Er zijn waarschijnlijk meer van deze programma's, die in streaming video op internet te vinden zijn. Voor het ontwikkelen van goede samenwerkingsprojecten is echter veel tijd en geld nodig’.

Die Weisse Rose
Lesmateriaal dat in toenemende mate gebruikt wordt is Die Weisse Rose. Het bronnenmateriaal in dit lespakket over de gelijknamige verzetsgroep is Duitstalig. Een collega van Albert van der Kaap van de slo heeft dit materiaal succesvol gebruikt in 4/5 vwo. Op dit moment onderzoekt hij samen met die collega op welke wijze het bronnenmateriaal moet worden aangepast/geannoteerd om het ook in 4 havo te kunnen gebruiken’. 

Van der Kaap noemt Die Weise Rose, 'een door hem ontworpen queeste die Duitstalige bronnen bevat en om die reden zeer geschikt is om uitgevoerd te worden in combinatie met het vak Duits'. Opdrachten en bronnen zijn te vinden op http://www.digischool.nl/gs/community/histoforum/weisserose/.
Dat het lesmateriaal afkomstig is uit het vaklokaal geschiedenis, blijkt uit de door Albert van der Kaap geformuleerde doelstellingen.
Talendocenten zullen dat meestal niet zo expliciet doen.

Doelstellingen

  1. Leerlingen ontdekken, aan de hand van een voorbeeld, waarom mensen aanvankelijk enthousiast op het Nazi-regime reageren.
  2. Zij leren begrijpen waarom de Scholls anders over Hitler gaan denken en in het verzet terecht komen.
  3. Leerlingen kunnen discussiëren over deelname aan het verzet.
  4. De leerlingen leren de volgende benaderingswijzen (of structuurbegrippen) hanteren:
     

Opdrachten
De bronnen bij de eerste drie opdrachten zijn fragmenten uit het boek Die Weisse Rose van Inge Scholl. De bronnen zijn in het Duits, de vragen en opdrachten in het Nederlands, zoals te zien in opdracht 3: Deze opdrachten hebben betrekking op de periode waarin Hans en Sophie betrokken raakten bij het verzet tegen Hitler. Gebruik voor het maken van deze opdrachten de bronnen 13 t/m 23, het laatste pamflet van 'Die Weisse Rose' en fragmenten uit het boek van Inge Scholl.
De opdrachten 4 en 5 zijn geschiedenisopdrachten. De auteur heeft de Duitstalige bronnen vertaald in het Nederlands, maar verwijst voor meer informatie over de verkiezingen in Duitsland ten tijde van de republiek van Weimar ook naar Duitstalige bronnen, zoals naar www.gonschior.de/weimar/Deutschland/index.htm. Maar als de leerlingen voor het uitvoeren van opdracht 4 deze Duitstalige bronnen niet nodig hebben, dan zullen ze deze natuurlijk ook niet raadplegen. Vandaar dat je zo’n onderwerp van het geschiedenislokaal beter kunt overhevelen naar dat van Duits. Dan kunnen de leerlingen niet meer om die taal heen.
In opdracht 5 moeten de leerlingen een verslag schrijven. Dit fungeert als evaluatie van de uitgevoerde opdrachten voor het vaklokaal geschiedenis en niet voor Duits, want, hoewel ze voor deze opdrachten ook weer de Duitstalige bronnen van Inge Scholl moeten raadplegen, schrijven de leerlingen hun verslag in de moedertaal. Docenten Duits die de Nederlandstalige opdrachten ook nog doeltaal-voertaal zouden meenemen, doen in wezen wat ze meestal al doen met teksten uit de leergang.
In het ontworpen lesmateriaal van Albert van der Kaap voorziet h
et boek Die Weisse Rose in de eerste plaats het vaklokaal geschiedenis van Duitstalig bronnenmateriaal. Hoewel de leerlingen de opdrachten over het boek uitvoeren in het Nederlands, oefenen ze toch leesvaardigheid Duits. In dit concept hoeven docenten Duits daar niets voor te doen. Zij zullen de handreiking van hun collega’s geschiedenis in dank aanvaarden, als ze bedenken dat het lezen van een roman de leerlingen meer motiveert dan al die hapsnap teksten uit een examenbundel.

Het kan nog beter als…..
Docenten aardrijkskunde en geschiedenis vinden in hun examenprogramma’s elk jaar onderwerpen die betrekking hebben op het buitenland. Zij melden zich met het programma en de opdrachten bij de docent van de betreffende taal. Deze gaat met zijn leerlingen op zoek naar de internetbronnen waar in de doeltaal de verlangde informatie is te vinden.
Ze gaan die bestuderen waarna de leerlingen terugkeren naar de opdracht gevende docent om zich in de moedertaal te laten overhoren. Daarmee ondersteunen talendocenten hun collega’s van het betreffende zaakvak. Ze moeten er dan wel voor zorgen dat hun leerlingen na drie jaar onderwijs de opgegeven documenten kunnen lezen en begrijpen. Als de minister van OC&W die mening deelt, dan zou hij gewoon weer net als vroeger Frans en Duits op havo/vwo vanaf de eerste tot en met de derde klas verplicht moeten stellen.

wordt vervolgd 

omhoog


© John Daniëls stuur een bericht aan het bureau LT