Nieuwsbrief 6-2004
Omhoog

Open Source Software (OSS) en Content Management Systems (CMS)

Docenten en ICT-coördinatoren in het basis-, voortgezet onderwijs en in de BVE sector weten nog weinig over ‘open source software’, zo blijkt uit een onderzoek van TNS (Taylor Nelson Sefres) NIPO dat in opdracht van de stichtingen ICT op School en Kennisnet is uitgevoerd. Het rapport en meer over dit onderwerp is te vinden op de website http://www.ossinhetonderwijs.nl/ .

Open Source Software
OSS is software waarvan de broncode door de ontwerpers openbaar is gemaakt en daardoor dus vrij en meestal gratis toegankelijk is voor computergebruikers. Het meest bekende voorbeeld van OSS is het in Finland ontwikkelde besturingssysteem Linux, waaraan iedereen, die kan programmeren naar believen een onderdeel toevoegt om dit op zijn beurt gratis ter beschikking te stellen aan andere Linux gebruikers. Bij gesloten systemen zoals Windows van Microsoft en OS van Apple is de broncode geheim. Je koopt in dat geval een kant en klaar systeem waarna de ontwerpers daarvan zorgen voor gratis updates. Naast het besturingssysteem Linux komt er steeds meer open source software op internet beschikbaar, dat zo ‘open’ is, dat elke gebruiker er zijn eigen invulling aan kan geven.

Content Management System 
CMS wordt veelal in één adem genoemd met OSS, omdat het ook open software betreft waarmee de gebruiker alle informatie in een database kan opslaan en met de webbrowser weer kan opvragen. Zoals bij OSS kan iedereen het systeem naar eigen wens in- en aanvullen. Op het adres http://www.cmsinfo.org/ staan een kleine honderd content management systemen, die allerlei instellingen gebruiken voor het opslaan, beheer en via het internet of anderszins verspreiden van alles wat ze ter kennis willen brengen van andere computergebruikers met wie ze ook contacten kunnen onderhouden. Enkele ook in ons land gebruikte open source content management systemen zijn:

MMBase www.mmbase.org. Dit pakket wordt in ons land gebruikt door omroepverenigingen, uitgevers, educatieve instellingen, nationale en lokale overheidsinstellingen en ook door kennisnet. Het is geschreven in de programmeertaal Java en is zo ‘open’ als maar mogelijk is. Het kan gebruikt worden met alle belangrijke besturingssystemen, servers en databases.

Ook Zope http://www.zope.org/ is een in ons land gebruikte CMS en volgens eigen zeggen: an open source application server for building content managements, intranets, portals, and custom applications. The Zope community consists of hundreds of companies and thousands of developers all over the world, working on building the platform and Zope applications. Zope is written in Python, a highly-productive, object-oriented scripting language.

Er is zelfs al een echte internationale Open Source Community met de naam SourceForge www.sourceforge.net, die claimt de meeste open source toepassingen op het internet te beheren en gratis te verstrekken aan wie dat maar wil.
Op SourceForge gebaseerd is Schoolforge http://www.schoolforge.net/, instelling, die zich tot taak stelt onafhankelijke organisaties bij elkaar te brengen om samen OSS in het basis- en voortgezet onderwijs te helpen implementeren en gebruiken.

Dit alles klinkt natuurlijk fraai, maar de meeste scholen voor po en vo zijn volgens het TNS NIPO rapport nog niet zo ver om zo maar één van de vele content management systemen te kiezen en daarmee het ict-tijdperk binnen te gaan. Om die reden noem ik de websites met scholen, die al werken met één of andere vorm van CMS en die als voorbeeld kunnen dienen.  

CMS in de scholen 
De Katholieke universiteit Leuven http://www.mech.kuleuven.ac.be/~bruyninc/etos/software.html.
Hier vind je een opsomming van wat er tot nu toe aan CMS is ontwikkeld. Welke scholen in België open source software in gebruik hebben is te zien op http://people.mech.kuleuven.ac.be/~bruyninc/etos/scholen.html. In Nederland zijn 16 scholen op dit gebied de andere al voorgegaan http://nl.linux.org/scholen/scholen.php.  

Server op school  http://serveropschool.nl/
Volgens de ontwerpers van deze website is dit de verzamelnaam voor een aantal activiteiten:

  1. Samenwerkende scholen die kosten en baten delen om zodoende op hun scholen ICT beter in het onderwijs te integreren en betaalbaar te maken en te houden.
  2. Een server voor het basisonderwijs, die al die faciliteiten biedt die voor het onderwijs nodig zijn.
  3. Een beheerstructuur die continuïteit waarborgt.

Wat dit alles concreet betekent, wordt uitstekend uitgelegd op de website van serveropschool, een project waaraan inmiddels een viertal basisscholen meedoen.

Moodle http://moodle.org/
Moodle is een softwarepakket dat docenten helpt bij het ontwerpen en beheren van online cursussen. Internationaal kom je die pakketten vaak tegen onder de namen: Learning Management Systems (LMS) of Virtual Learning Environments (VLE).
Ook Moodle is open source software dat gebruikers vrij mogen installeren, aanpassen aan eigen wensen en dat ongewijzigd bruikbaar is op computers met Unix, Linux, Windows, Mac OS X, Netware en andere systemen. Moodle is beschikbaar in 34 talen waaronder Nederlands http://moodle.org/sites/#NL. Hier vind je de deelnemende scholen en ook wat deze tot nu toe met Moodle hebben gemaakt, zoals bijvoorbeeld een tiental elektronische leeromgevingen (elo), die het bekijken meer dan waard zijn.

Het Willem Lodewijk Gymnasium in Groningen
In Nieuwsbrief 4 van dit jaar heb ik de werking van een CMS laten zien, zoals die is ontwikkeld en wordt gebruikt door Erwin de Vries, leraar Duits van het Willem Lodewijk Gymnasium in Groningen. Het is de Online Sheet Producer (OSP) te vinden op www.webindeklas.nl/ek. In Nieuwsbrief 5 heb ik de OSP-lessen beschreven, die ik heb bijgewoond. Daarmee laten onderwijsgevenden zien hoe je met een beamer en een CMS uitstekend zonder gebruik van boeken, klassikaal-frontaal les kunt geven. 

Systeembeheerders
In het onderzoek van TNS NIPO wordt ook de vraag beantwoord wat de inbreng van de systeembeheerder is bij de aanschaf van de open source software. De onderzoeker concludeert dat bij het voortgezet onderwijs de systeembeheerders de meeste invloed hebben op wat er aan software de school binnenkomt (80%). Bij het basisonderwijs is dat slechts 35% en in de bve-sector 66%. Ik heb aan Georg Schmitz, de systeembeheerder van het Willem Lodewijk Gymnasium gevraagd, hoe zijn school is begonnen met OSS.
Hij vertelt: ’Ik had nog een oude afgeschreven PC uit de administratie. Een vriend van me heeft er een Linux besturingssysteem opgezet en deze doet nu dienst als server. Zelf heb ik het Belgische Claroline www.claroline.net verbouwd tot wat nu de WLGELO http://www.wlgelo.wlg.nl/  is. De toepassingen van deze elektronische leeromgeving bij ons op school doen niet onder voor die van bijvoorbeeld Blackboard. Toen kwam Erwin de Vries met het simpel werkend content management system Web in de klas www.webindeklas.nl/ek. Het gebruik door de docenten was in het begin voorzichtig, maar De Vries en ik geven regelmatig voorlichting waardoor de belangstelling o.a voor de elektronische leeromgeving toeneemt’.

Georg Schmitz eindigt met ‘Linux is like a wigwam: no windows, no gates, only Apache inside’!  (Apache is dé webserver software: in september 2003 werd Apache toegepast in 67% van de webservers, terwijl de Microsoft webserver in 24% van de gevallen gebruikt werd. Deze voorkeur van Georg Schmitz voor Linux kun je ook proeven op de website van OSS in het onderwijs. Op http://www.microsoft.com/mscorp/facts/ laat Microsoft een onafhankelijke instantie verklaren dat Windows niet duurder hoeft te zijn dan andere besturingssystemen.  
Omdat de meeste scholen een MS Windows besturingssysteem hebben, is er ook voor die categorie open software ontwikkeld. Een voorbeeld daarvan is TheOpenCD, een collectie Free and Open Source Software (FOSS), ontwikkeld in Denemarken voor MS Windows. De open CD is gratis te bestellen of te downloaden vanaf http://theopencd.sunsite.dk/.

De conclusies van het TNS NIPO onderzoek 
De kennis van OSS en CMS is gering op scholen in het basis- en voortgezet onderwijs. Dit beïnvloedt natuurlijk de wens om er eventueel gebruik van te gaan maken. Wel geven de scholen desgevraagd aan dat ze er behoefte aan hebben om kennis dienaangaande uit te wisselen. Daarbij vindt slechts een minderheid (één op de vijf scholen) open source belangrijk bij aanschaf van of keuze tussen software. Belemmeringen zijn dat de overgang naar open source software alleen zinvol is als er voorbeelden zijn van collega-organisaties, dat het opleiden van mensen in het gebruik duur is of tijdrovend en dat het moeilijk is bedrijven te vinden, die technische ondersteuning bieden voor open source software. De geringe kennis van deze materie kan ook verklaard worden uit de op veel scholen levende mening dat OSS niet geschikt is voor het onderwijssysteem.
De onderzoeker eindigt zijn rapport dan ook met de zin: ‘daaruit kan worden afgeleid dat onbekend onbemind maakt’. Dit geldt dan misschien voor schooldirecties, ict-coördinatoren en de meeste docenten, maar ga je kijken wat er in sommige vaklokalen aan ict-toepassingen is gerealiseerd, dan krijg je het beeld te zien van een kleine enthousiaste voorhoede. In deze en in vorige afleveringen van de Nieuwsbrief heb ik laten zien hoe een deskundige en coöperatieve systeembeheerder en een enthousiaste docent Duits nieuwe computertechnologie inzetten voor didactisch verantwoord internetgebruik.


© John Daniëls stuur een bericht aan het bureau LT