Omhoog

Erwin de Vries wint met Wer bin ich prijs van €1000 bij Durven, Delen, Doen

Durven, delen, doen, te vinden op www.durvendelendoen.nl, is een initiatief van Schoolmanagers voortgezet onderwijs. Het is een landelijke campagne waarbij scholen een bedrag van €1.000 of €50.000 kunnen verdienen met een bewezen innovatie zoals beschreven in het innovatieplan vo waarin de doelstellingen en de inhoudelijke uitgangspunten staan vermeld. Om veel deelnemers te trekken zijn deze vrij ruim geformuleerd en in vier domeinen ingedeeld: 

Op de sluitingsdag van 1 juli waren er 107 inzendingen. De deelnemers mochten zelf aangeven of ze naar de hoogste of laagste prijs mee wilden dingen. Ongeveer een derde van de inzenders opteert voor de prijzen van € 1000. De bezoekers van de website kunnen op inzendingen stemmen en zo de kans vergroten dat een school een prijs krijgt. De prijzen van € 1.000 worden uitgereikt aan de inzendingen met de meeste nominaties. Omdat er maximaal 365 prijzen van €1000 beschikbaar zijn, kunnen ook scholen met geen of weinig nominaties in de prijzen vallen. De inzending met de meeste nominaties krijgt de publieksprijs van nog eens €1000.
De maximaal 48 hoofdprijzen van € 50.000 worden toegekend door een onafhankelijke jury.
Bezoekers kunnen de alfabetisch op schoolnaam gerangschikte database van de website van durven, delen en doen doorzoeken op domein, schooltype, provincie en bedrag van de prijs. Onder nominatie staat hoeveel stemmen de inzending heeft gekregen. Alvorens te stemmen kunnen de bezoekers de projectbeschrijving van de inzending bestuderen.
Onder nummer 99 staat het Willem Lodewijk Gymnasium met het project Wer bin ich van Erwin de Vries

Projectbeschrijving
In dit Grieks-Nederlandse project gaat het om het wederzijds voorstellen, navragen en herkennen op een foto van de leerlingen van twee klassen met behulp van het zogenaamde voicemailboard. Daarop kunnen berichten rechtstreeks op het web worden ingesproken. De leerlingen van de partnerschool kunnen dan weer op de ontvangen berichten reageren.
Deze vorm van mondelinge asynchrone communicatie is voor alle talen mogelijk en zal er zeker toe bijdragen kinderen in Europa dichter bij elkaar te brengen. Omdat de leerlingen reacties ontvangen van hun buitenlandse leeftijdgenoten, die eveneens 2e taalleerders zijn, zal er minder sprake zijn van spreekangst dan in een klassensituatie.
Om het succes te onderstrepen heeft Erwin de Vries aan zijn inzending een aantal reacties toegevoegd van zijn Griekse collega Fotini Karigiauri uit Thessaloniki. Ze zijn de moeite waard om te lezen, vooral omdat van Griekse kant een paar niet al te gemotiveerde leerlingen uit de tweede klas voor Duits met het voicemailboard aan de slag moesten. Een van de bekeerlingen voor Duits is een zekere Michalis van wie zijn docente zegt
: In der Klasse B1 sitzt ein sehr schwacher und fauler Schüler, der seinen Sinn in die Unruhestiftung hat. Das ist Michalis, der bei den Aufnahmen ständig gestottert hat. Er ist allerdings ein netter Junge, der mir sehr am Herzen liegt. Wohlbemerkt, ein netter Junge, aber furchtbarer Schüler. Heute haben wir über Gutes und Schlechtes im Deutschunterricht gesprochen, so eine Bilanz gemacht, und er sagt, dass seine Lieblingsfächer Physik und Deutsch seien. Ich habe natürlich gelächelt und "von wegen" gesagt, aber er hat fest und heilig geschworen, dass Deutsch wirklich eins seiner beiden Lieblingsfächer ist. Und das natürlich seit dem Voicemailboard.  

Het voicemailboard
Het voicemailboard, ontwikkeld door Erwin de Vries en Peter van Rees van de universiteit Groningen, is voor het moderne vreemde talenonderwijs een perfect hulpmiddel voor het oefenen van de spreekvaardigheid. De leerlingen kunnen van huis uit, of van waar ze ook zijn, via de computer inloggen op het voicemailboard van de school. Daar starten ze een nieuwe draad met een eigen boodschap of reageren op die van een buitenlandse leeftijdgenoot. Na een beetje heen en weer gepraat tussen bijvoorbeeld Petros en Vera ziet de draad er dan zo uit met alle gegevens ter controle van de docent:

Als bewijs voor de uitgevoerde controle en ter verbetering van de eventueel foute taaluitingen of uitspraak kunnen de bij het project betrokken docenten Duits hun opmerkingen mondeling in de draad plaatsen.

De weektaken
De leerlingen krijgen de opdrachten voor het project uitgereikt via de website van de school. Ze kunnen die zelf ophalen en zelfstandig uitvoeren. Dit spaart lestijd. Op het openingsscherm staat hun huiswerk al klikklaar gereed: | Aufgabe | Woche 1 | Woche 2 | Woche 3 | Woche 4 | Woche 5 | Übersetzungen
.

Bij elke weektaak verschijnen eerst de Nederlandse en Griekse klassenfoto’s. In week vier staat onder het kopje Wo stehe ich? de opdracht: Versuche anhand der Beschreibung herauszufinden, wo dein Partner steht. Sprich deine Vermutung wieder ein. Dit lijkt me een uitstekende oefening in voorzetsels en naamvallen. Goed doordacht van de aan dit project deelnemende docenten is de toevoeging van kleine MP3 bestandjes met daarin de bij de opdrachten te gebuiken taalmiddelen: Eine Liste mit Redemitteln findest du hier. Benutze auch das Wörterbuch. Eventuell kannst du dieses Online-Wörterbuch benutzen. Klik je op de lijst dan hoor je een aantal woordjes en daarbij de Nederlandse vertaling. Deze lijsten zij er ook voor de Griekse leerlingen en lijken me eveneens goed bruikbaar voor bezoekers van de website van het Willem Lodewijk Gymnasium die hun kennis van het modern en gesproken Grieks willen ophalen.
En van de opdrachtpagina schakel je simpel naar de uitvoering met de knop: Hier geht es wieder zum 
Voicemailboard.

Het is met de huidige breedbandaansluitingen op scholen en in woningen even eenvoudig om beeld en- geluidsbestanden te verzenden en te ontvangen als teksten. Het down- en uploaden van muziekbestanden is voor kinderen een bijna dagelijkse bezigheid. Via programma’s als Microsoft Netwerk Messenger verzenden ze met een simpele webcam hun eigen beeltenis en stemgeluid en ontvangen die van anderen. Het talenonderwijs kan en moet bij dat deel van de belangstelling- en belevingswereld van de leerlingen aansluiten. De aanschaf en het gebruik van hulpmiddelen zoals het voicemailboard is dan een goede optie. Dat de alternatieve werkwijze daarmee succes heeft, bewijst de toekenning van een prijs aan het Wer bin ich project van het Willem Lodewijk Gymnasium. Het voicemailboard hoort dan ook op alle websites van scholen te staan, uiteraard voorzien van simpele zelfstandig door de leerlingen uit te voeren opdrachten ter verbetering van hun spreekvaardigheid.

omhoog


© John Daniëls stuur een bericht aan het bureau LT