Web in de klas 1
Met een beamer, een computer en een breedbandverbinding in hun lokaal, kunnen docenten hun leerlingen alle mogelijke van het internet of van elders afkomstige leerstof op het scherm laten zien. Het programma OSP, dat daarbij van dienst kan zijn, is te vinden op www.webindeklas.nl en was het onderwerp van de workshop van Bram de Bruin en Erwin de Vries op de jaarvergadering van de VLLT op 24 januari 2004.
Online Sheet Producer (OSP) 
OSP is een 
computerprogramma dat, zoals de S en de P aangeven, sheets kan produceren. De 
sheet dankt zijn ontstaan aan de overheadprojector, de moderne vervanger van het 
traditionele schoolbord. In OSP zijn de sheets echter geen licht doorlatende 
beschreven of bedrukte velletjes, maar keurig in mappen in de computer 
opgeslagen webpagina’s, die op elk gewenst moment kunnen worden opgeroepen en 
met de beamer vertoond.
Met behulp van OSP brengen docenten beeld, video, geluid en tekst in de klas. 
Hoe ze dat moeten doen, staat in de uitgebreide handleiding van de hand van 
Erwin de Vries en Peter van Rees
op de site webindeklas en daarover ging 
ook de workshop.
OSP werkt als een gewone editor, zoals Word of het gratis bij Windows 
meegeleverde WordPad. Je kunt er dus tekst mee schrijven, knippen en plakken, 
uit andere programma's kopiëren, elk gewenst lettertype kiezen, de grootte 
daarvan en de kleur, afbeeldingen invoegen, schermafdrukken maken, alle soorten 
pagina’s maken, ook met tabellen, de pagina’s een naam geven en in mappen 
opslaan.
Zo werkt elke tekstverwerker. Je hoeft een url niet te typen, je kunt het zo in 
het tekstvlak plakken na het vanuit de browser te hebben gekopieerd.

Voor het uploaden van de pagina's ben je niet meer afhankelijk van aparte 
software maar alles zit in het programma. Een gebruikersnaam en wachtwoord zijn 
voldoende. In technische termen is hier sprake van een 'content management 
systeem': de inhoud van de pagina's wordt opgeroepen uit een database, die je 
met het programma online kunt vullen.  
Je kunt sheets of delen 
daarvan ook printen, bijvoorbeeld ten behoeve van zieke leerlingen. En als deze 
beschikken over een computer, een internetaansluiting en een mailadres, dan kun 
je ze de betreffende sheets ook per telefoon of kabel thuis bezorgen.
Nog mooier natuurlijk is de mogelijkheid van OSP om leerlingen ook sheets te 
laten aanmaken en te laten versturen naar de schoolserver. Ze krijgen de functie 
van redacteur en een wachtwoord. Het voordeel hiervan is dat niet altijd de 
docent achter zijn beamer en zijn zelf gefabriceerde sheets hoeft te zitten, 
maar ook leerlingen aan de klas kunnen laten zien wat voor interessante zaken ze 
op internet hebben gezien. Riskant is dat niet, want de leerlingen kunnen geen 
‘gebruikers beheren’ of de configuratie wijzigen en dat is maar goed ook, want 
een geintje is gauw uitgehaald. 
  Veel 
  docenten maken al individueel of in groepsverband extra les- of toetsmateriaal 
  bij hun gebruikte leergangen of werken met eigen gemaakt lesmateriaal. Ze 
  kunnen nu hun verzameling eenvoudig met OSP bewerken, opslaan en verspreiden. 
  Dit is ongetwijfeld een aantrekkelijke vooruitgang in vergelijking met alle 
  traditionele tekst- beeld- en geluidsdragers.
  Je hoeft ook je te publiceren pagina's niet eerst apart aan te maken in 
  een z.g. webeditor, zoals MS FrontPage of Dreamweaver. Vanuit OSP kun 
  je alles wat je in dat programma aan lesmateriaal hebt gemaakt zo uploaden 
  naar de server.  
  
  Hoe en wat 
   
  Het antwoord op de vraag hoe je iets aan een klas kunt laten zien en horen is 
  dus: met een computer, een beamer, een scherm en OSP. Nu nog het antwoord op 
  de vraag: wat laat je dan zien en horen?
  Het antwoord op die vraag is te vinden op
  http://www.webindeklas.nl/ek/index.php. Daar vind je de lessen, die 
  Erwin de Vries heeft ontwikkeld uit de leergang Linie Eins (WN Groningen), 
  maar ook lessen over allerlei onderwerpen, die hij haalt uit het archief van 
  Wochenschau http://www.wochenschau-archiv.de of die hij betrekt van het Deutsches 
  Historisches Museum http://www.dhm.de/.
  
  Ten behoeve van hun workshop hadden de inleiders een vakoverstijgende OSP-presentatie 
  Engels/Duits gemaakt 
  met de titel: War and Literature/Krieg und Kunst Eine Entdeckungsreise 
  in die Vergangenheit durch Bram de Bruin, Englischlehrer am KSH, Hoofddorp, 
  und Erwin de Vries, Deutschlehrer am Willem Lodewijk Gymnasium, Groningen.
  Dat er Krieg en ook daarop gebaseerde Kunst in de Duitse 
  Vergangenheit zit, zie je al op de eerste pagina van hun 
  gemeenschappelijke ontdekkingsreis:
  
  
  Der Erste 
  Weltkrieg
 

Otto Dix, Sturmtruppe geht unter Gas vor
Daar vandaan navigeer je eenvoudig via de zes onderstaande hyperlinks naar de verschillende onderdelen van de les, die ook heel goed kan worden ingezet bij geschiedenis. Waarom zouden leerlingen met één van de zaakvakken in het pakket niet als bron mogen gebruiken wat hun in de Duitse of Engelse les is aangereikt?
0 Vorwort
1 Einstimmung
2 Anlauf
3 Stellungskrieg
4 Kriegsende
5 Not
6 Quellen 
Het eerste onderdeel biedt een combinatie van luister- en leesvaardigheid. De daarbij horende vraag is een mooi voorbeeld uit de literatuurles.
1 Einstimmung
Höre dir folgendes Lied an und lies es eventuell mit. Es stammt von Walter Mehring, heißt ’Oratorium von Krieg, Friede und Inflation’ und stammt aus Mehrings Schauspiel ’Der Kaufmann von Berlin’ aus dem Jahre 1929. Dieses Lied wird dich auf die Reise durch den Ersten Weltkrieg begleiten.
1 Das Lied hat ironische, aber auch sehr tragische Stellen. Schreibe für beide Behauptungen zwei Textstellen auf, die das begründen.

Walter Mehring
In het voorwoord vinden de leerlingen ook klikklaar de antwoordformulieren, die ze zelf kunnen downloaden en printen. De te beantwoorden vragen staan steeds in blauw bij de teksten van de verschillende onderdelen. Nadeel van deze traditionele aanpak is echter het correctiewerk voor de docent, die de antwoorden zowel op inhoud als op vorm moet beoordelen. Laat je de schrijfvaardigheid buiten beschouwing, dan kun je dit onderwerp beter onderbrengen bij geschiedenis. Bij dat vak is de toetsing ondergebracht. Dat kan bijvoorbeeld met in Hot Potatoes gemaakte meerkeuzevragen met ingebouwde correctie en feedback. Dit zal best in OSP te realiseren zijn, maar zoals altijd in het onderwijs stuit je dan op het onoplosbare probleem wie bij alle onderwerpen uit de Duitse, Engelse, Franse geschiedenis in de doeltaal de vragen maakt, de antwoorden geeft en de feedback schrijft.
Webdidactiek
In de traditionele didactiek 
worden de vragen wat en hoe te onderwijzen meestal beantwoord door 
de gebruikte schoolboeken en de auteurs daarvan. Vaak mogen docenten dat ook 
zelf uitzoeken. Nu het begint door te dringen dat internet een onuitputtelijke 
lesbron is, ontstaan er vanzelf nieuwe termen zoals webdidactiek, teaching with 
the web, webleren. De vraag wat er op het web aan gratis 
onderwijsmateriaal te halen is, wordt vaak beantwoord door webspeurders zoals 
die van de vaklokalen van de
Digitale School en
Internetonderwijs.net. Helaas verdwijnen na enige tijd de gesignaleerde 
hyperlinks met hun korte beschrijving van de inhoud in de verschillende 
archieven. Om die reden zullen OSP-gebruikers, vaksgewijs, maar ook 
vakoverstijgend, nu al moeten samenwerken om bruikbaar gebleken webmateriaal in 
een database vast te leggen.  Als het CPS bereid zou zijn de didactobank
http://www.didactobank.nl/ leeg te 
maken en te vullen met in OSP aangeleverd webmateriaal, dan zou dat al een 
aardig begin zijn. Maar dan nog is de hoe vraag uit de webdidactiek niet 
beantwoord. Hoe laat je leerlingen webdocumenten verwerken? Is dat door ze over 
de inhoud vragen te laten beantwoorden? Lijkt me wel aannemelijk voor een vak 
als geschiedenis. Maar voor een taal? Dit is een tot nu toe onbeantwoorde, maar 
wel de belangrijkste vraag uit de webdidactiek. Wie een antwoord hierop weet, 
mag het zeggen.